Nieuwe wegen zoeken om de voerefficiëntie te verbeteren

Topigs Norsvin start met een driejarig onderzoeksproject om nieuwe inzichten te verwerven in het verbeteren van de  voerefficiëntie van vleesvarkens. Het onderzoek zal zich naast het individuele varken ook richten op groepen varkens in een hok. Daarnaast wordt het microbioom (de micro-organismen die in de darmen van het varken leven) meegenomen. Door breder naar voerefficiëntie te kijken is het wellicht mogelijk nieuwe selectiecriteria te vinden die de voerefficiëntie substantieel verbeteren.

Lopende het project zal er van ruim 3000 vleesvarkens data worden verzameld. Naast het genotyperen en het verzamelen van de technische resultaten wordt het microbioom vastgesteld. Er zullen bloedmonsters worden genomen om inzicht te krijgen in het metabolisme en de hormoonsamenstelling. Ook worden er mestmonsters genomen om het microbioom en de verteringsefficiëntie vast te stellen. De individuele voeropname wordt geregistreerd door voerstations. Camera’s die aan de voerstations bevestigd zijn, registreren de gewichten van de dieren. Ook wordt het gedrag van de dieren geregistreerd door een andere set camera’s die boven het hok zijn geplaatst.

Hoofddoel van het project is de genetica te vinden die de beste resultaten van een groep vleesvarkens in een hok geven. Het secundaire doel is om te ontdekken hoe het microbioom de voerefficiëntie, de karkaskwaliteit en het gedrag beïnvloedt. Het laatste doel is om nieuwe manieren te vinden om de relatie tussen voer en genetica nog nauwkeuriger op elkaar af te stemmen.

Uit de resultaten van recent onderzoek blijkt dat het microbioom in de darmen van een varken een belangrijke invloed heeft op de prestaties (groei en voerconversie). Daarnaast speelt het een belangrijke rol in de gezondheid en het gedrag van het varken. Het ziet er naar uit dat genetica, microbioom en gedrag elkaar beïnvloeden en samen zorgen voor een betere efficiëntie, karkaskwaliteit en dierwelzijn.

Het onderzoek gaat uitgevoerd worden in samenwerking met de volgende partners; Wageningen Universiteit (Nederland), INRA (Frankrijk), Newcastle University (UK), en Aarhus University (Denemarken).

Deel dit bericht: